Gematigde blootstelling aan de zon doet meer goeds voor het lichaam dan alleen de natuurlijke aanmaak van Vitamine D, zo blijkt uit onderzoek van Australische wetenschappers. Sterker nog: korte blootstelling aan UV-licht is wenselijker dan het innemen van supplementen, zo werd gisteren bekend. En zo wordt er opnieuw geroepen dat die grote gele bol ook zo haar voordelen heeft. 

Jarenlang moesten we uitkijken voor de zon. Als we ons al aan de brandende bol blootstelden, dienden we ons tere huidje lagendik in te smeren. Nog steeds, maar van verschillende kanten wordt steeds vaker benadrukt dat de zon ook zo haar voordelen heeft. Het gehele immuunsysteem van het menselijk lichaam wordt gestimuleerd bij gematigde blootstelling aan zonlicht, zo is te lezen in de onderzoeksresultaten van een drietal wetenschappers aan de University of Western Australia. En ook zonnebrandmerk Lancaster is in haar nieuwe campagne duidelijk: Dare to Tan! is er met grote letters op de reclameposters te lezen.

„Na veel onderzoek kwamen we steeds weer op dezelfde conclusie uit: als je bruin bent, voel je je goed. Een bruine teint is mooi”, reclameert Olivier Doucet, vice president van het onderzoekscentrum van Lancaster. „Mensen zullen altijd de zon in willen, dat zit in de natuur.” Huib van Heest, voorzitter van de Samenwerking Verantwoord Zonnen (SVZ), is blij dat de boodschap die zij al jaren verkondigen nu wordt gehoord door een grote fabrikant van zonnebrandproducten. „De consument is door de tijd heen bang gemaakt,” stelt hij. „Wij hebben altijd al gezegd dat zonlicht ook heel veel goeds kan doen, mits je het met mate tot je neemt.”

Ook KWF Kankerbestrijding stelt op haar site dat blootstelling aan de zon ook zo haar voordelen heeft. Uit hun rapport De relatie tussen kanker, zonnestraling en vitamine D blijkt dat een kwartiertje buiten goed is voor de aanmaak van vitamine D, dat weer goed is voor onder meer sterke botten en mogelijk zelfs de kans op bepaalde vormen van kanker verkleint. „Mensen die helemaal niet buiten komen, zijn voor hun vitamine D gebaat bij een kwartiertje tussen de middag onbeschermd in de zon. Dit helpt hen bij de opname van voldoende vitamine D”, zo wordt op de site aangeraden.

„Natuurlijk kun je zonnen, mits je de juiste producten gebruikt”, zegt Doucet begrijpelijk. „Maar let wel: dat verschilt met de manier van zonnebaden. Als je onverwacht op het terras belandt, heb je een ander smeersel nodig dan wanneer je intensief op het strand gaat zonnen.”

Hoe hard er door wie dan ook wordt geroepen dat we de zon weer in mogen, iedereen haast zich om er een duidelijke mits aan toe te voegen. „Het moet vooral verantwoord”, aldus Van Heest. „Je moet precies weten welk huidtype je hebt en hoe lang je dan onbeschermd in de zon kan. Twintig minuten, maximaal drie keer per week, kan voor de meeste huidtypes geen kwaad. Die mensen die drie weken naar Spanje gaan om zich kapot te bakken, dat is natuurlijk superslecht. Maar door te veel te smeren, zet je je huid dicht, waardoor je te weinig vitamine D binnenkrijgt. Voorkomen en beschermen is altijd goed, maar we hoeven er niet hysterisch mee om te gaan.”

„Natuurlijk mag je de zon in”, nuanceert Marsja Meijer, persvoorlichter van de KWF Kankerbestrijding. „Maar ga er verstandig mee om. Per jaar komen er immers nog steeds 40.000 gevallen van huidkanker bij. Neem veiligheidsmaatregelen: ga niet liggen bakken tussen 12.00 en 15.00 uur. En ja, vitamine D – bevorderd door korte tijd onbeschermd in de zon – is goed voor je. Maar ik wil hier nu ook niet gaan pleiten om met z’n allen lekker onbeschermd de zon in te gaan.”

Bron: Spits!