Werking UV-Stralen op het immuunsysteem gaat aanzienlijk verder dan de werking van de “zonnevitamine”.

Veldhoven, 25 april 2012 (SRF) De zon heeft op verschillende manieren een sterke invloed op de menselijke gezondheid. Het leeuwendeel van deze impact valt te wijten aan de vitamine D, die daarom ook wel de zonnevitamine genoemd wordt. Het betreft specifiek de regeling van het immuunsysteem en de bescherming tegen auto-immuunziekten, zoals diabetes en multiple sclerose, maar ook tegen bacteriële en virale infecties. Toch is zelfs op dat vlak de zon niet altijd en niet volledig aangewezen op de “bemiddeling” van de zonnevitamine D, zoals blijkt uit recent Australisch onderzoek.

In deze overzichtsstudie gaat het onderzoeksteam na in welke mate de immuunregulerende werking van de UV-stralen uitsluitend door de opbouw van de zonnevitamine D in de huid bewerkstelligd worden. De wetenschappers vergeleken onderzoeksresultaten uit studies rond enerzijds de werking van vitamine D en anderzijds de blootstelling aan de zon of aan UV. Resultaat: de werking van UV-stralen overtreft duidelijk de werking van de zonnevitamine.

 

“Opdat de UV-straling zijn positieve invloed op het immuunsysteem volledig kan uitoefenen, is een regelmatige maar tegelijk gematigde blootstelling aan de zon of een solarium onontbeerlijk”, licht Ad Brand van het Sunlight Research Forum (SRF) toe. “Het zonlicht zoveel mogelijk vermijden en de behoefte aan vitamine D voornamelijk uit supplementen halen, is,” aldus Brand, “volgens de meest recente onderzoeksresultaten een verkeerde aanpak.”

 

Het Sunlight Research Forum (SRF) is een non-profit organisatie die gevestigd is in Nederland. Haar doel is om de meest recente medische en wetenschappelijke inzichten over de gevolgen voor mensen van matige blootstelling aan UV-straling voor een breed publiek toegankelijk te maken.

 

Bron:

Prue H. Hart, Shelley Gorman, John J. Finlay-Jones: “Modulation of the immune system by UV radiation: more than just the effects of vitamin D?”; in: Nature Reviews Immunology 11, 584 (2011)